Is wild vlees duurzaam?
Mensen keken verbaasd toen ik zei dat als ik vlees zou eten, ik wild vlees zou eten. Ik ben al vele jaren vegetariër, dus voor mij is het een hypothetische vraag. Wild vlees voelt echter natuurlijker dan het houden van dieren op boerderijen. Maar betekent dat ook dat het duurzamer is?

Share this post
Minder vlees eten is één van de meest belangrijke stappen om te zetten als we duurzaam willen eten. In onze blogs en de Fork Ranger appvergelijken we vaak verschillende soorten vlees, maar recent realiseerden we ons dat we wild vlees nooit hierin hebben meegenomen. Dus, hoe zit het met wild vlees?
Nog iets waar we achter zijn gekomen: is wild vlees eigenlijk wel wild? We hebben de neiging om dat te denken als we hert of konijn op een menukaart zien staan. Een paar weken geleden waren we aan het wandelen door het bos en stopten bij een restaurant voor de lunch. Toen we de ober vroegen waar de herten vandaan kwamen antwoordde hij eerst 'Nou, niet hier uit het bos, anders zouden er geen herten meer zijn'. Na doorvragen zei hij dat het 'van de groothandel' was. Dus, hoe werkt dit precies?
Toen ik dit enigszins controversiële onderwerp onderzocht, kwamen er zoveel vragen naar boven. We schieten dieren onder andere voor managementdoeleinden af - wat we daar ook van vinden - maar eten we ze dan ook? En als we wild vlees eten, welke hoeveelheden zijn dan duurzaam zodat het bos niet straks leeg is?
Deze blog is veel te kort om alle perspectieven op wild vlees te belichten, vooral de ethische. Een ander ding om in gedachten te houden is dat er weinig wetenschappelijke, onafhankelijke of peer-reviewed cijfers beschikbaar zijn.
Waarom we wilde dieren afschieten
De reden om wilde dieren af te schieten verschilt sterk per land en zelfs binnen één land. Maar laten we hier mijn achtertuin - Nederland - eens nemen. In mijn gedachten zag ik altijd een jager die er op uit trok om dieren voor de lol af te schieten. Toen ik dit echter onderzocht, kwam ik erachter - althans door een zo goed mogelijke schatting te maken - dat de meeste wilde dieren die in Nederland worden geschoten, niet worden geschoten uit 'puur plezier', maar vanwege beheersjacht: om populatiesgroottes te beheren of schade te bestrijden. Volgens mijn berekening was dit ongeveer 55% tot 80% van de geschoten wilde dieren.
Benuttingsjacht
Slechts op 5 soorten mag in een bepaalde periode van het jaar worden gejaagd. Natuurlijk moet de jager zich aan allerlei regels houden, dus je kunt niet zomaar het bos ingaan en wat dieren doodschieten. Bijna alle eenden, fazanten en hazen die worden geschoten, vallen onder dit type jacht. Ze vormen ongeveer 20% van alle geschoten wilde dieren. Op de andere twee - konijnen en duiven - wordt gedeeltelijk gejaagd vanwege schadebeperking.
Schadebestrijding
Jagen als 'schadebestrijding' wordt genoemd wanneer wilde dieren de gewassen of akkers van boeren vernielen. Ganzen eten gras, waardoor kaal land achterblijft en er grote natte plassen ontstaan. Zwijnen ontwortelen weilanden. Kraaien pikken aardbeien en duiven eten graag bessen. Herten eten jonge planten. En hazen eten ook jonge planten en knagen aan de bast van fruitbomen. Als dit gebeurt, moeten trouwens eerst andere methoden worden geprobeerd om schade te voorkomen. Pas als die methoden zijn geprobeerd en niet effectief zijn, is het toegestaan om dieren af te schieten.
Beheren van populaties
Jacht als 'populatiebeheersing' werkt anders. Elk jaar worden de dierpopulaties geschat. Dit wordt vergeleken met de gewenste populatie en er wordt een beheerplan opgesteld. In dit plan staat hoeveel dieren mogen worden afgeschoten. Bij het vaststellen van de gewenste populatie wordt rekening gehouden met verkeer, flora, fauna en dierenwelzijn.

Hoe zit het met de CO2 impact van wild vlees?
Hoewel we zouden kunnen zeggen dat de CO2 impact er niet toe doet als we vlees eten dat 'gecreëerd' is om andere redenen dan onze voedselconsumptie, ben ik toch nieuwsgierig.
Vooral omdat we de CO2 uitstoot altijd als uitgangspunt nemen om de duurzaamheid van voedsel te beoordelen. Voor de meeste van onze voedselkeuzes kennen we de gemiddelde CO2 impact. Maar voor bejaagde dieren ligt dat anders. Er zijn maar heel weinig wetenschappelijke studies die hierover gaan. Het beste artikel dat ik tot nu toe kon vinden is dit Nederlandse.
In hun onderzoek is de impact van wild vlees vergelijkbaar met die van kip en varkensvlees. Het is dus niet significant lager. Daarom moeten we het op dezelfde manier behandelen als ander vlees: als een luxeproduct.
Andere impact van wild vlees eten: het kan goed zijn voor de biodiversiteit
Laten we eens kijken naar een voorbeeld in Nederland om dit te begrijpen. De Waterleidingduinen en Nationaal Park Zuid-Kennemerland zijn vergelijkbare leefomgevingen. De laatstgenoemde heeft 5 keer minder damherten vanwege de constante populatiebeheersing door de jacht. Als je beide gebieden vergelijkt zie je dat er minder soorten planten, bijen en vlinders zijn in de overbegraasde Waterleidingduinen. Dus in dit geval is de jacht goed voor de biodiversiteit.

Hoewel velen beweren dat de jacht per definitie goed is voor de biodiversiteit, is er weinig wetenschappelijk bewijs beschikbaar. Dit is slechts één voorbeeld, maar we hebben niet genoeg gegevens om een algemene conclusie te trekken.
Dit argument gaat ook alleen op omdat we de natuur al uit balans hebben gebracht. Omdat er in sommige gebieden geen grote roofdieren zijn, planten grazende dieren zich voort en overbevolken ze het gebied. Andere soorten lijden hieronder en de biodiversiteit neemt af.
Een ander probleem dat zich voordoet is voedseltekort voor deze populaties grazende dieren. Van nature zouden dieren migreren op zoek naar voedsel of verhongeren, maar wij mensen hebben ingegrepen. Hun leefgebied is beperkt door hekken en wegen. Ook willen we ze niet laten verhongeren, dus schieten we ze dood. Dit gebeurt bijvoorbeeld in de Oostvaardersplassen.
Kortom, de echte oplossing is te zorgen voor meer aaneengesloten natuurlijke leefomgevingen en natuurlijke roofdieren. Dit herstelt het evenwicht zodat populatiebeheersing niet meer nodig is.
Het meeste vlees waarvan je denkt dat het wild is, is niet wild
Als je echt wild vlees zoekt, is het moeilijk te vinden. In de supermarkt is het meeste wilde vlees niet afkomstig van echte loslopende dieren, maar van gehouden dieren, die wij als consumenten als 'wild' beschouwen. Alleen als je de kleine lettertjes op de verpakking leest, zie je misschien of dit het geval is.
Deze studie uit 2015 heeft de situatie in een aantal Nederlandse supermarkten bekeken en ontdekte dat bij 60% van de producten duidelijk was aangegeven of het om echt wild vlees ging of niet. Bij 40% was het helemaal niet duidelijk. Dus, nogmaals, de supermarkt kan echt voelen als een cave of consumer traps.
Het interessante van het onderzoek was dat het per dier erg verschilde. Ik heb een overzicht gemaakt waarin ik laat zien welk dier de meeste kans had om echt wild vlees te zijn of niet:

Damhert is waarschijnlijk het meest bekend omdat het vaak niet wild is, ondanks dat mensen denken dat het dat wel is. Mensen plaatsen het in dezelfde categorie als reeën of zien het als hertenvlees, maar damherten worden vaker specifiek voor 'wild' vlees gehouden dan niet.
Wild vlees kan onze vleesconsumptie niet vervangen
In Nederland worden elk JAAR ongeveer 1 miljoen wilde dieren afgeschoten. Dat is minder dan het aantal vleeskuikens dat elke DAG wordt gedood.
We moeten er rekening mee houden dat veel van dit laatste wordt geëxporteerd, want Nederland is een van de grootste exporteurs van vlees in de EU. Maar toch: gemiddeld eten Nederlanders ongeveer 39 kg vlees per persoon per jaar. Dat is in totaal 663 miljoen kg vlees voor het hele land. Dat is veel meer dan het vlees van de 1 miljoen dieren die we afschieten, want je kunt me niet vertellen dat elk wild dier dat we afschieten 663 kg (!) vlees oplevert.
Dus hoeveel kunnen we eten? Een gans levert ongeveer 2 kg vlees op, terwijl een ree ongeveer 6 kg vlees oplevert. Omdat er veel meer kleine dieren worden geschoten, zal het gemiddelde dichter bij 2 kg liggen dan bij 6 kg. Ervan uitgaande dat het aantal geschoten dieren gelijk blijft en er gemiddeld 2 kg vlees van elk geschoten dier komt, hebben we ongeveer 2 miljoen kg wild vlees voor 17 miljoen mensen. Dat is ongeveer 120 g - één biefstuk - per persoon per jaar. Dus nee, wild vlees kan en mag nooit onze vleesconsumptie vervangen.
Conclusie
Natuurlijk blijft het zo dat het eten van groenten en plantaardige eiwitbronnen zoals noten en peulvruchten het meest duurzaam is. Maar het eten van wild vlees kan een goed idee zijn als alle volgende punten van toepassing zijn:
a) je eet wild vlees in plaats van vlees uit de bioindustrie
→ zorg ervoor dat je eend, haas en damhert vermijdt in de algemene Nederlandse supermarkt, want ze zijn bijna altijd specifiek gehouden voor 'wild vlees': ze worden geassocieerd met wild vlees maar worden gehouden voor consumptie
→ als je op zoek bent naar echt wild vlees van deze dieren, kijk dan eens bij speciaalzaken, maar wees bereid om extra moeite te doen om te controleren of het echt wild vlees is (een prettige plek is https://depredetarier.com, dit is niet gesponsord maar we zijn fan)
b) je eet wild vlees dat anders ook zou worden afgeschoten voor beheer (populatie- en schadebeheersing), maar gebruikt voor minder waardevolle einddoelen
→ voor Nederland: richt je op dieren die niet algemeen geschoten mogen worden (zodat je zeker weet dat ze niet specifiek voor consumptie geschoten worden): ganzen, reeën, zwijnen
c) je weet waar het vandaan komt, bij voorkeur zo lokaal mogelijk
d) het je helpt vlees als luxe te behandelen en je daarmee helpt je totale vleesconsumptie te verminderen
Naast deze punten is er ook nog het geval van de dieren die specifiek voor consumptie worden geschoten: de vijf soorten die aan het begin van deze blog werden genoemd. Er zijn veel factoren die bepalen of dit duurzaam is of niet en zelfs je ethische kijk op jagen weegt mee, dus daar hebben we hier geen advies over opgenomen. We zouden het niet aanraden voordat je er veel meer onderzoek naar hebt gedaan - zoals je van ons kunt verwachten 😉
We kunnen het als volgt samenvatten: behandel vlees - ongeacht of het wild is of niet - als een luxe en als je toch wild vlees eet, eet dan bij voorkeur wild vlees dat toch al afgeschoten is en anders gebruikt zou worden voor minder waardevolle einddoelen dan menselijke consumptie.
Tegelijkertijd leert het feit dat we dieren afschieten voor beheerpraktijken (populatie- en schadebeperking) ons dat we de natuur uit balans hebben gebracht en niet hebben geleerd hoe we kunnen boeren en leven in harmonie met de natuur.